Het woord 'prerogatief' wordt vooral vaak gebruikt als het gaat om bijvoorbeeld politiek, de bevoegdheden van hoge ambtenaren. Maar wat houdt deze term in en hoe is hij ontstaan?
De geschiedenis van de opkomst van de term "voorrecht"
Het woord "voorrecht" is ontstaan in de tijd van het oude Rome in het tijdperk van de oude Romeinse koning Servius Tullius, in de 6e eeuw voor Christus. De koning vaardigde een decreet uit volgens welke alle volwaardige Romeinse burgers, afhankelijk van hun rijkdom en positie in de samenleving, werden verdeeld in bepaalde eigendomsklassen.
Elk van deze klassen was verplicht, indien nodig, een bepaald aantal gewapende strijders tentoon te stellen, verenigd in eenheden die "centurias" werden genoemd. Daarom werd elke Romeins burger, bij het bereiken van de meerderjarigheid, toegewezen aan een van de eeuwen van zijn klasse.
Op de lijsten van deze eeuwen werd ook gestemd over belangrijke kwesties die de staatszaken aangingen. Bepaalde centurias uit de hogere klasse kregen van koning Servius Tullius het recht om nieuwe wetten voor te stellen. Dergelijke eeuwen begonnen de eretitel van "voorrecht" te dragen.
In de loop van de tijd begon dit recht als een anachronisme te worden beschouwd en in het tijdperk van het rijk was het volledig vergeten.
Wat betekende de term "voorrecht" later?
In de Middeleeuwen begon de term 'voorrecht' te worden begrepen als het recht dat toekwam aan een monarch of een andere hoogste functionaris in de staat. Alleen zo'n persoon kan het parlement bijeenroepen of ontbinden, een wetgevingshandeling goedkeuren, een veroordeelde crimineel gratie verlenen, de oorlog verklaren of het begin van vredesonderhandelingen gelasten, enz. Dat wil zeggen, zelfs in die landen waar de macht van het parlement sterk was (bijvoorbeeld in Engeland), had het staatshoofd zeer grote rechten. Al gebruikte hij ze niet altijd ten volle, afhankelijk van de omstandigheden.
Dat wil zeggen, in middeleeuws Europa betekende de term 'voorrecht' het voorkooprecht van de drager van de hoogste macht.
Sinds ongeveer het midden van de 19e eeuw is de betekenis van het woord "voorrecht" aanzienlijk uitgebreid. Nu betekende het elk voorkeursrecht, ongeacht van wie en op welke grond het toekwam. Dit recht kan gelden voor zowel een particuliere als een rechtspersoon, maar ook voor een staat of een unie van staten. Deze betekenis van de term "voorrecht" is tot op de dag van vandaag bewaard gebleven.
We kunnen zeggen dat de term "prerogatief" een exclusief recht aanduidt dat toebehoort aan een officieel orgaan, zoals het parlement, de Doema.