Biochemische screening is een analyse die aan zwangere vrouwen wordt voorgeschreven om verschillende pathologieën bij de foetus te identificeren. Een dergelijk onderzoek helpt bij het identificeren van ernstige ziekten, defecten, mutaties in de vroege stadia.
Wat is biochemische screening?
Naarmate de foetus zich ontwikkelt, begint de placenta speciale stoffen af te scheiden in het bloed van de aanstaande moeder. Biochemische analyse is alleen gericht op de studie van deze stoffen. Een afwijking van de norm kan erop wijzen dat de zwangerschap niet vlekkeloos verloopt. Screening wordt tweemaal voorgeschreven gedurende de gehele zwangerschap. Het eerste onderzoek vindt plaats in het eerste trimester bij 10-14 weken en het tweede bij 16-20 weken.
Moet ik een biochemische analyse uitvoeren?
Experts raden aan om deze analyse zonder fouten uit te voeren. Omdat geen enkele vrouw immuun is voor de ontwikkeling van pathologieën bij haar baby. Dit komt door een erfelijke factor, levensstijl, ecologische situatie. De Wereldgezondheidsorganisatie beveelt op haar beurt aan om screening in ieder geval in het tweede trimester uit te voeren. Elke aanstaande moeder heeft het recht om zelfstandig te beslissen om de analyse al dan niet uit te voeren, maar nogmaals, het kan geen kwaad om zich te verzekeren. Dit zal helpen om verdere problemen te voorkomen.
Risicogroep
Voor vrouwen die risico lopen, schrijven artsen tweemaal screening voor. Deze groep omvat: vrouwen ouder dan 35; vrouwen met genetische afwijkingen in de familie; aanstaande moeders die in het begin van de zwangerschap infectieziekten hebben gehad; als de moeder en vader naaste verwanten zijn; als een vrouw eerder een miskraam, doodgeboorte, geboorte van een kind met pathologieën heeft gehad.
Screening in het eerste en tweede trimester
Biochemische screening in het eerste trimester onthult twee stoffen: hCG, PAPP-A. Artsen bepalen de hoeveelheid van elk van de stoffen in het lichaam van de aanstaande moeder en controleren of er afwijkingen zijn van de norm. Als de specialist afwijkingen in de ontwikkeling van het embryo vermoedt, wordt een echoscopie voorgeschreven. Een enkele analyse geeft in 60% van de gevallen een betrouwbare prognose, maar in combinatie met een echografisch onderzoek loopt het percentage op tot 80. Screening in het eerste trimester laat het syndroom van Down en Edwards syndroom zien.
In het tweede trimester worden tijdens de analyse drie stoffen gedetecteerd: hCG, AFP, NE. Op een later tijdstip kunnen de volgende afwijkingen in de ontwikkeling van de foetus worden opgespoord: misvorming van de neurale buis, afwijking van de nieren, infectie van de buikwand.
De volgende factoren kunnen het resultaat van biochemische screening beïnvloeden: meerlingzwangerschap, IVF, slechte gewoonten van de moeder (vooral roken), de aanwezigheid van ernstige ziekten (verkoudheid, diabetes). De indicatoren zullen zelfs afhangen van het gewicht van de vrouw. Voor dunne vrouwen worden ze onderschat, voor volle vrouwen, integendeel.