Waarom is het beheersen van acties op het gebied van ruimtelijke analyse en synthese belangrijk voor het latere leren van kinderen om te tellen, schrijven en lezen? Om zinnen van woorden en tekst van zinnen te maken, moet het kind zich voorstellen hoe zijn eigen lichaam beweegt.
Tijdens normale ontogenese bij kinderen op 6-jarige leeftijd wordt de vorming van optisch-ruimtelijke functies opgemerkt. Dit betekent dat visuele genese, analyse en synthese, evenals ruimtelijke representaties, hand-oogcoördinatie, enz. normaal zijn.
Optisch-ruimtelijke agnosie wordt gekenmerkt door een onvermogen om ruimtelijke tekens van de omringende wereld waar te nemen. Dit brengt ook moeilijkheden met zich mee bij het afbeelden van objecten. Het kind is slecht georiënteerd in de ruimte. Het is niet gemakkelijk voor hem om "ver" van "dichtbij", "veel" en "weinig", "omhoog" en "omlaag", "rechts" en "links" te onderscheiden. Hij vindt het moeilijk om te navigeren in de driedimensionale ruimte.
Wat is ruimtelijke gnosis
Gnosis (of ruimtelijke factor) is een product van het werk van het temporo-pariëtale-occipitale gebied. Het bevindt zich tussen de delen van de hersenen die verantwoordelijk zijn voor de verwerking van visuele, auditieve en tactiele informatie.
Ruimtelijke gnosis is een van de belangrijkste mentale processen. Hierdoor wordt de basis gelegd voor de vorming van de spraak van kinderen. Bij de voorbereiding op school wordt rekening gehouden met de mate van zijn vorming.
De redenen voor de schending van de ruimtelijke factor bij kinderen:
- pathologie van zwangerschap, bevalling;
- de impact van biologische en sociale factoren;
- organische aandoeningen (schade aan hersengebieden);
- functioneel (bijvoorbeeld als gevolg van somatische ziekten of bij een tekort aan spraakcontacten).
Het gebrek aan vorming van ruimtelijke representaties komt tot uiting:
- bij het onderwijzen van wiskunde in de verkeerde spelling van getallen, onvermogen om een getallenreeks onder de knie te krijgen;
- bij het lesgeven in spiegelschriftspelling van letters, moeilijkheden bij het construeren van een zin en het kiezen van woorden tijdens het spreken;
- bij het leren lezen het onvermogen om lijnen te onderscheiden;
- bij het leren tekenen kunnen kinderen de tekening niet in de papierruimte plaatsen, beseffen de verhoudingen niet;
- bij het uitvoeren van motorische oefeningen bij moeilijkheden bij het kiezen van de bewegingsrichting, enz.
Wat is het systeem van corrigerende maatregelen?
Er is werk nodig om zowel spraak- als niet-spraakfuncties te ontwikkelen en te corrigeren. In de toekomst zal dit het kind helpen om de schrijfvaardigheid met succes onder de knie te krijgen. En ook om dysgrafische fouten te overwinnen.
Het is ook noodzakelijk om het vermogen te ontwikkelen om te navigeren in het schema van je eigen lichaam. Het is belangrijk om ruimtelijke representaties tussen objecten en hun attributen te ontwikkelen. Bijzondere aandacht wordt besteed aan de ontwikkeling van de logisch-grammaticale structuren van de taal.