Op zichzelf zijn de concepten van rechts en links vrij moeilijk voor kinderen om te begrijpen. Het kind begrijpt niet meteen wat het is. Maar tegen de tijd dat hij naar school gaat, moet hij niet alleen weten waar de rechter- en linkerhand zijn, maar moet hij deze concepten ook zelf kunnen toepassen. Anders zal het moeilijk voor hem zijn om de leraar te begrijpen en te leren lezen en schrijven.
Je eigen lichaam kennen
Voor een peuter betekent de uitdrukking "naar links gaan" niets. Ten eerste moet hij onthouden waar de rechter- en linkerkant zijn op het voorbeeld van zijn eigen lichaam. Om het uw kind gemakkelijker te maken dit te onthouden, kunt u bijvoorbeeld een touwtje om de pols van de rechterhand binden. Nu heeft de baby een referentiepunt: waar de draad is, is de rechterhand. Probeer uw kind zo vaak mogelijk instructies te geven in het spel en in het leven, gebruikmakend van het concept van goed, terwijl u suggereert dat dit de rode draad is. Vraag hem bijvoorbeeld om zijn rechterbeen te bewegen wanneer u een kind gaat beslaan.
De allereerste spelletjes voor het onthouden van de zijkanten van het lichaam zijn heel eenvoudig: hef je rechterhand op, sluit je linkeroog, laat je linkeroor zien, enz. Eerst moet de baby dit allemaal op zijn lichaam laten zien. Inderdaad, op het lichaam van een andere persoon die tegenover staat, zijn rechts en links omgekeerd; het zal een baby lang duren om dit uit te zoeken. Daarom is het beter om dergelijke spellen te spelen, naast het kind of met zijn rug naar hem toe.
"Rechts" en "links" als beweging in de gewenste richting
Voor een iets ouder kind kun je complexere spellen bedenken. In dergelijke spellen zal hij niet alleen moeten onthouden waar rechts en links zijn, maar ook in die richting. Het is mogelijk om training in bewegingsrichtingen en tellen te combineren. U kunt uw kind bijvoorbeeld vragen om zich om te draaien en/of met gesloten ogen een bepaald aantal stappen in de gewenste richting te zetten. Dan moet het kind ook raden waar hij met zijn ogen dicht terecht is gekomen. Dit spel is geweldig om te spelen met een kind van ongeveer drie jaar oud. Als hij de telling helemaal niet kent, kun je hem gewoon vragen: "draai links, stap, stap, draai rechts", enz. In zo'n spel onthoudt het kind niet alleen waar rechts en links zijn, maar leert het ook navigeren in de ruimte.
Oriëntatie op het blad
Pas nadat het kind op zijn eigen lichaam heeft geleerd waar de linker- en rechterkant zijn, kun je hem leren navigeren op een stuk papier. Je hoeft geen complexe en ingewikkelde spellen te bedenken. Net wanneer het kind gaat zitten om te tekenen, vraag hem om iets rechts of links van het blad te tekenen. In het begin is het beter om slechts één concept in de instructies te gebruiken: "teken de zon aan de rechterkant." Dan kun je de begrippen boven/onder toevoegen en complexere instructies geven: bijvoorbeeld "het gras linksonder op het blad afbeelden". U kunt speciale schriften voor uw kind kopen. Kies er een die geschikt is voor zijn leeftijd. Daarin kun je niet alleen de bestaande taken voltooien, maar ook je eigen taken bedenken. Vraag bijvoorbeeld om over het meest rechtse item op het vel te schilderen.
Om het kind gemakkelijker door het blad te laten navigeren, vraagt u hem voordat hij begint te tekenen zijn handen op de randen van het blad te leggen en hem eraan te herinneren waar de rechter- en linkerhand zijn. Laat het kind tegelijkertijd raden dat de rechterkant van het blad is waar de rechterhand is.
Grafisch dicteren
Een andere manier om rechts en links te leren is grafisch dicteren. Het is beter om het door te brengen met een kind van 5-7 jaar oud. Het dicteren zal te moeilijk zijn voor een jonger kind.
De essentie van het dictaat is dat het kind een lijn langs de cellen moet trekken met een pen of viltstift volgens de instructies. Het resultaat is een patroon of patroon. Geef uw kind eerst enkele zeer eenvoudige patronen. Bijvoorbeeld 1 cel omhoog, 1 naar rechts, 1 naar beneden, 1 naar rechts, enz. Wanneer het kind de essentie begrijpt van wat hij moet doen, kunt u de instructies ingewikkelder maken.
Met behulp van grafisch dicteren kunt u verschillende dieren, forten en alles tekenen wat u maar wilt. U kunt tekeningen voor grafisch dicteren vinden in speciale notitieboekjes voor schoolvoorbereiding of zelf bedenken. Het is belangrijk om altijd gecontroleerd papier te gebruiken. De grootte van de cel hangt af van de leeftijd van het kind: hoe ouder hij is, hoe kleiner de cellen. Nog een fundamenteel punt: laat het kind, voordat het een grafisch dictaat uitvoert, niet de tekening zien die het als resultaat zou moeten krijgen.