De positie van het kind in de buik van een zwangere vrouw bepaalt hoe de toekomstige bevalling zal plaatsvinden. Meestal neemt de baby een bepaalde houding aan tegen 33-34 weken zwangerschap. Tot die tijd kan hij meerdere keren omrollen, in stuitligging, dan in bekkenpresentatie of zelfs in het algemeen in dwarsligging.
instructies:
Stap 1
Soms kan zelfs een ervaren verloskundige-gynaecoloog de positie van het kind in de buik niet bepalen. De meest nauwkeurige bepalingsmethode is echografie. Het wordt uitgevoerd bij 35-36 weken zwangerschap. Als het hoofd van de baby onderaan ligt, spreken ze van een cephalische presentatie. Dit is de meest fysiologische houding van een baby tijdens de bevalling. De armen en benen van de baby worden in deze positie tegen het lichaam gedrukt, de rug is naar de moederzijde gericht en de achterkant van het hoofd is gericht naar de ingang van het kleine bekken.
Stap 2
Bij stuitligging liggen de billen of billen en voeten in de richting van het kleine bekken, terwijl het kind lijkt te zitten. Soms kan de baby in kniepresentatie zijn wanneer gebogen knieën naar de ingang van het kleine bekken worden gericht. En vrij zelden, in minder dan 1 procent van de gevallen, neemt het kind een dwarspositie in.
Stap 3
Meestal wordt de positie van de baby na echografie bepaald door palpatie, d.w.z. de dokter voelt de buik van de zwangere vrouw en vindt het hoofd en de billen van de baby. Alleen een ervaren arts kan echter de werkelijke positie van het kind bepalen. Soms verwarren zelfs artsen met jarenlange ervaring de ezel en de kop van de kruimels. In dergelijke gevallen wordt vlak voor de bevalling een echoscopie voorgeschreven om het verloop van verdere gebeurtenissen te bepalen.
Stap 4
Sommige moeders bepalen de positie van het kind door de hik. Velen geloven dat waar de karakteristieke samentrekkingen van de hik worden gevoeld, het hoofd van de baby zich bevindt. Maar deze gewaarwordingen zijn te subjectief en alleen door hen kan men de positie van de baby niet beoordelen.
Stap 5
Vaak steken baby's in de late zwangerschap uit een handvat of been, waardoor de moeder begrijpt hoe de baby zich bevindt. U kunt de houding van het kind bepalen terwijl u op uw rug ligt. Dan manifesteren zich duidelijk twee knobbeltjes - het hoofd en de billen. Maar tegelijkertijd is het hoofd beweegbaar, met een lichte druk buigt het af en keert dan terug naar zijn oorspronkelijke plaats.