De bereidheid van een kind om naar school te gaan, wordt niet zozeer bepaald door het vermogen om te tellen en te schrijven, als wel door zijn psychologische ontwikkeling en zijn bereidheid om een nieuwe sociale rol aan te gaan: de leerling.
De schoolbereidheid van een kind kan worden onderverdeeld in verschillende aspecten. De intellectuele component beperkt zich niet tot basiskennis van tellen, schrijven en lezen. Je kunt zelfs zeggen dat dit niet het belangrijkste is. Maar nu worden leraren gevraagd om voorbereid naar school te komen, waarbij ze vergeten dat het intelligentieniveau niet wordt bepaald door het vermogen om je voor- en achternaam te tonen. Het gaat om de algemene bereidheid van het kind om te leren, dat wil zeggen het vermogen om te onthouden, te reflecteren, te vergelijken, informatie te analyseren en conclusies te trekken.
Evalueer de sociale vaardigheden van het kind. Kan hij goed opschieten met leeftijdsgenoten, is hij bang voor onbekende volwassenen, neemt hij deel aan massa-evenementen. Let vooral op hoe uw kind zich in het openbaar gedraagt. Dit alles stelt u in staat om te bepalen of het kind klaar is om relaties met klasgenoten op te bouwen en, belangrijker nog, hoe de leraar zal waarnemen.
Als u de keuze heeft om uw kind op 6-en-een-half of 7-en-een-half naar school te sturen, let dan op de volgende punten. De mate van vermoeidheid van het kind - wanneer is de piek van wakker zijn, is het gemakkelijk voor het kind om vroeg op te staan, hoeveel minuten kan het maximaal besteden aan een taak die verband houdt met doorzettingsvermogen en eentonig werk.
Observeer de psychologische bereidheid van uw kind om naar school te gaan. Is uw kind in staat om hun prestaties, prestaties en mislukkingen adequaat te beoordelen. Is het gemakkelijk voor hem om te verliezen, hoe ziet hij kritiek in zijn toespraak, heeft hij de kwaliteiten van een leider, of vice versa, is hij stil. Idealiter zou het kind cijfers als een beloning moeten zien in plaats van als een indicator van zijn prestaties.