Heteroseksualiteit betekent voorkeur als seksuele partners van het andere geslacht. Het woord is afgeleid van twee Griekse wortels: "heteros" betekent ander en "sexus" betekent geslacht.
Heteroseksualiteit en geaardheid
In de moderne wereld heeft heteroseksualiteit extra semantische tinten. Allereerst betekent deze term aantrekking tot mensen van het andere geslacht (hier en in wat volgt zullen we ons concentreren op mensen, hoewel hetero-oriëntatie ook kenmerkend is voor veel dieren). Dit is een erotische, seksuele en zelfs platonische aantrekkingskracht.
Het tweede punt in de interpretatie van heteroseksualiteit is de voorkeur van personen van het andere geslacht juist als seksuele partner.
Het is belangrijk om te begrijpen dat deze aantrekkingskracht op mensen van het andere geslacht en hun voorkeur als seksuele partners niet noodzakelijk samenvallen.
In totaal zijn er drie soorten seksuele geaardheid. De eerste van hen is heteroseksueel, het is kenmerkend voor de meeste mensen. Het tweede type is homoseksueel, kenmerkend voor mensen die zich aangetrokken voelen tot vertegenwoordigers van hun eigen geslacht, ze vormen paren bestaande uit twee vrouwen of twee mannen. En het derde type is biseksueel. Voor zulke mensen lijken vertegenwoordigers van beide geslachten even aantrekkelijk.
Hetero-oriëntatie en samenleving
In traditionele samenlevingsvormen is het in de regel gebruikelijk om elke vorm van seksuele geaardheid te veroordelen, behalve heteroseksuelen. Hoe vrijer een samenleving is, hoe meer tolerantie er is voor elke vorm van seksuele verslaving, als ze maar met wederzijds goedvinden worden gerealiseerd.
In Rusland werd in 1999 de Orde van het Ministerie van Volksgezondheid van de Russische Federatie nr. 331 uitgevaardigd, volgens welke heteroseksualiteit als de norm wordt erkend en alle andere vormen van seksuele voorkeuren afwijkingen zijn.
Onderzoek naar heterooriëntatie door wetenschappers
Het lijkt duidelijk dat de meerderheid van de wereldbevolking heteroseksueel is. Richard Kraft-Ebing, die deze kwestie voor het eerst vanuit een wetenschappelijk oogpunt beschouwde (dit gebeurde in de 19e eeuw), suggereerde dat heteroseksualiteit een natuurlijk instinct is voor levende wezens, omdat dit leidt tot voortplanting.
Dankzij het onderzoek van Kinsey, een Amerikaanse bioloog, begon seksuele geaardheid te worden onderverdeeld in subtypen: gedrag, seksualiteit in het algemeen, aantrekkingskracht en andere.
In het verleden geloofde men dat alleen heteroseksuele oriëntatie de norm was, want er was zelfs een extra naam - natuurlijk - maar de moderne wetenschap gelooft dat alle drie soorten oriëntatie geen afwijkingen zijn voor een persoon, ze worden erkend als zogenaamde positieve normen. Wetenschappers hebben zich gericht op het begrijpen van de precieze oorzaak van iemands seksuele geaardheid.