Spelenderwijs leert het kind leven. Hij beheerst vele vaardigheden, ook alledaagse. En een pop kan daarbij helpen. Door de pop aan te kleden, onthoudt het kind in welke volgorde het moet worden aangebracht, leert het knopen en knopen vastmaken.
Het is nodig
- pop
- haak of breinaalden
- flarden
- stukken leer en bont
- draden voor naaien en breien
- naalden
instructies:
Stap 1
Maak een didactische pop voor je kind. Dit is de meest gewone pop met een volledige set kleding en ondergoed. In de poppenkast moet alles hetzelfde zijn als in het kind. Slipjes en T-shirts, panty's, wollen broeken, broeken, jurk, trui, jas, muts, sjaal, wanten. Soms kun je in de winkel een pop kopen met zo'n set kleding, maar je kunt alles met je eigen handen naaien en breien.
Stap 2
De pop heeft meestal ondergoed, jurk, sokken en schoenen. Begin een didactische set kleding met panty's. Ze kunnen worden gehaakt van iris of dikke spoeldraden. Meestal worden enkele haakjes gebruikt voor kleine producten. U kunt echter ook netpanty's breien.
Stap 3
Bind een wollen broek en een trui. Het is handiger om een trui te maken met een sluiting op de schouder en een broek moet een elastische band hebben. Naai winterlaarzen van de stukken bont. Voor herfstschoeisel zijn randen van leer of vilt geschikt. Over het algemeen is het materiaal niet zo belangrijk, het belangrijkste is om aan te geven welke winterschoenen, welke herfstschoenen. Dan verbeeldt het kind zich alles. Bind een muts en sjaal. De hele set wollen kleding kan van hetzelfde garen worden gebreid. Wollen sokken zijn ook nodig, omdat het kind ze draagt.
Stap 4
Naai winterkleren van dikke stof of bont, en een tussenjas of jas van regenjasstof of iets dergelijks. Het is niet nodig om de naaitechnologie strikt te volgen, omdat u speelgoedkleding naait. De voering kan worden weggelaten. Maar uiterlijk moet de kleding heel netjes zijn.
Stap 5
Leg uw kind uit in welke volgorde de pop moet worden aangekleed. Meestal wordt bij het aankleden voor een wandeling ongeveer dezelfde volgorde gevolgd. Eerst moet je je panty aantrekken en je shirt met lange mouwen instoppen. Daarna worden sokken, wollen broeken en schoenen aangetrokken. Daarna moet je een trui aantrekken, die zorgvuldig in je broek wordt gestopt. Ze zetten een muts op, een jas, strikken een sjaal en doen wanten aan. Leg uit waarom volwassenen zich soms in een andere volgorde kunnen kleden. Het kind raakt oververhit en zweet heel snel, waardoor hij verkouden kan worden. Bij een volwassene is het lichaam iets anders gerangschikt. Bovendien kleedt een volwassene zich veel sneller aan en heeft hij geen tijd om oververhit te raken.