Systemische gezinspsychotherapie is een nieuwe benadering van psychologische begeleiding bij gezinsproblemen. Het hele gezin wordt als klant als één organisme gezien. Het doel is om het functioneren van het gezinssysteem als geheel te verbeteren.
Het gezin als object van invloed
Systemische gezinspsychotherapie beschouwt het gezin als een zelfstandig organisme met een eigen geschiedenis, waarden en ontwikkelingswetten. De therapeut is voldoende betrokken bij het therapieproces, hij observeert of treedt op als trainer. Onderweg stelt hij vragen, controleert hij, kan een kunstmatig conflict of een andere situatie creëren. De systeemrichting is momenteel de leidende in de gezinspsychologie.
Oudere richtingen beschouwden één persoon als een object van psychologische invloed, terwijl de systemische richting het gezin en het hele systeem als een dergelijk object beschouwt. Een dergelijke theorie is niet voortgekomen uit enige eerder bestaande psychologische kennis, maar uit cybernetica. Cybernetica heeft een algemene systeemtheorie. Het zegt dat het geheel meer is dan de som der delen. Alle delen en processen van het geheel conditioneren elkaar wederzijds.
Het familiesysteem is een groep mensen met een gemeenschappelijke woonplaats, verbonden door bepaalde relaties. Er wordt gesteld dat het handelen van gezinsleden onderworpen is aan de wet- en regelgeving van het hele gezinssysteem. Er gebeurt niet altijd iets vanwege de wensen van familieleden. Het familiesysteem communiceert voortdurend met de omgeving.
Doelen en methoden van systemische gezinspsychotherapie
De psychotherapeut laat iedereen aan het woord en biedt troost aan de rest. Samen met zijn familie zoekt hij naar een mogelijkheid om het functioneren van het familiesysteem ten goede te veranderen. Tegelijkertijd is er geen taak om de individuele mensen die in het systeem zijn opgenomen, te wijzigen. Systemische familiepsychologie kent verschillende stromingen, waarvan sommige niet de aanwezigheid van alle gezinsleden bij een psychotherapeutische sessie vereisen. Ze werken met degenen onder hen wiens problemen en gedrag de reden werden voor het hele gezin om zich tot een psychotherapeut te wenden. Hierdoor worden de negatieve aspecten van communicatie binnen de familie geëlimineerd.
Elke pathologie van de psyche wordt beschouwd als een manifestatie van ontoereikende relaties binnen het gezin. Gezinnen hebben hun eigen regels, mythen, gedragspatronen. Het is hun specificiteit die psychische aandoeningen bij familieleden kan veroorzaken. In de kindertijd accumuleert een kind negatieve gedragspatronen die bij volwassenen zijn waargenomen. Vervolgens begint hij ze onbewust te reproduceren op volwassen leeftijd.
Therapietechnieken: circulair interview. Een familielid wordt gevraagd hoe de andere twee zich tot elkaar verhouden. Soms maakt de therapeut gebruik van supervisie door collega's achter de eenrichtingsspiegel te plaatsen. Collega's observeren het proces en delen hun gedachten. Ook gebruikt de therapeut een dergelijke techniek als een positieve herdefiniëring van het probleem waarmee het gezin kwam. Het gaat er niet om de moeilijkheden te verminderen, maar om ze te presenteren als vrienden die je zullen helpen een uitweg uit de situatie te vinden.