Het is moeilijk om zelfs maar één kind te vinden dat nog nooit angst heeft ervaren. Dit is normaal omdat voor elke leeftijd is er een typische reeks van de meest voorkomende angsten. Maar waarom verschijnen er angsten die de leeftijd van het kind overstijgen en maanden of zelfs jaren aanhouden?
Angst is een combinatie van psychologische en fysiologische reacties op een levensbedreigende stimulus (reëel of ingebeeld). Wanneer een persoon bang is, vinden abrupte fysiologische veranderingen in zijn lichaam plaats: pols en ademhaling worden frequenter, zweten neemt toe, bloeddruk stijgt en maagsap wordt uitgescheiden.
De kern van angst is het instinct van zelfbehoud: we zijn bang voor wat ons onherstelbare schade zou kunnen toebrengen. Natuurlijk zijn angsten niet altijd gerechtvaardigd en bedreigen ze echt onze gezondheid en geest. Waarom beginnen we zelfs in de vroege kinderjaren bang te worden voor absoluut ongevaarlijke dingen / wezens?
De angst van kinderen kan op twee manieren worden gevormd: in een reële situatie van gevaar of tijdens het communiceren met andere mensen. Tijdens het leven doet het kind zijn eigen individuele ervaring op het gebied van traumatische situaties op. Het kan gaan om een val, brandwond, schrik bij het zien van een groot dier, ziekte, etc. In dit geval is het kind inderdaad in gevaar; hij beseft dat deze situaties levensbedreigend kunnen zijn en er ontstaat echte angst. Denkbeeldige angst wordt in de regel gevormd door het achteloze gebruik van verschillende literaire uitdrukkingen of waarschuwingen door volwassenen: "als je valt, zal het pijn doen!", "Als je geen pap eet, zal er een boze wolf komen!" enz. Een kind met verhoogde angst neemt alles letterlijk en zeer dicht bij zijn hart. Hij zal echt denken dat een of andere vreselijke denkbeeldige wolf zal komen en zijn leven zal bedreigen. Zo ontstaan kinderfobieën.
Naast dergelijke uitingen wordt de vorming van angst beïnvloed door de rusteloze gesprekken van volwassenen in aanwezigheid van een kind. Ruzies tussen ouders, schandalen, gesprekken over verschillende problemen beïnvloeden de perceptie van het kind van de wereld om hem heen. Films zijn een andere veelvoorkomende oorzaak van fobieën. Ouders moeten bepalen hoe lang en naar welke programma's het kind kijkt.
De taak van de ouders is om de angst en angst van het kind op te merken en al hun inspanningen te richten om de aandoening te elimineren.