De term "collectief" komt van het Latijnse collectief, wat "collectief" betekent. Maar een collectief kan niet zomaar een groep mensen worden genoemd die op één plek is samengekomen, maar een groep gelijkgestemde mensen verenigd door één nobel doel. De leerkracht organiseert het kinderteam zo dat de eigenheid van elk individueel kind, zijn eigenheid en eigenaardigheid niet verloren gaat.
Noodzakelijk
Diagnostiek voor de studie van organisatie, cohesie, aantrekkelijkheid van het team
instructies:
Stap 1
Om een plan te ontwikkelen voor het organiseren van een kinderteam, moet je het bestuderen. Het team heeft bepaalde eigenschappen waarvan de diagnose door de docent wordt gesteld: samenhang, organisatie, aantrekkelijkheid, relaties in het team, de rol van elke leerling, heeft het team een overweldigend effect op de persoonlijkheid.
Stap 2
De leraar moet, vanaf de eerste dag dat hij de kinderen ontmoet, hen vertrouwd maken met de pedagogische vereisten voor studenten in deze onderwijsinstelling. De eenheid van eisen van alle leerkrachten is al aan het organiseren voor kinderen.
Stap 3
De leerkracht legt de kinderen de positieve functies van het team uit, d.w.z. het voordeel dat iedereen in een team kan behalen: een team is veel sterker dan één individuele persoon; elk lid van het team voelt de psycho-emotionele steun van de hele groep; in een team kun je vrij en actief communiceren, informatie uitwisselen, je sociale kwaliteiten van burger ontwikkelen.
Stap 4
Een vakkundige organisatie van buitenschools werk helpt om kinderen te verenigen in één groep, vooral als het gebaseerd is op de interesse van de leraar in dergelijke activiteiten. Als een leraar bijvoorbeeld geïnteresseerd is in theater, dan wordt het werk gebouwd door het theater met kinderen te bezoeken, de geschiedenis ervan te bestuderen, projecten te creëren, een theaterkring in de klas te organiseren en uitvoeringen voor de lagere klassen te laten zien. In zo'n team zal iedereen zijn eigenheid, eigenaardigheid, bruikbaarheid voor iedereen kunnen tonen.
Stap 5
Bij het organiseren van een kindercollectief moet een leraar speciale aandacht besteden aan de accumulatie en consolidering van positieve tradities in de klas: sportevenementen waar kinderen en ouders van houden, de organisatie van tentoonstellingen van kinderwerk en het houden van vakanties.
Stap 6
Door de kenmerken van elke student te bestuderen, moet de leraar hen helpen hun plaats in het team te vinden. Doctor in de Pedagogische Wetenschappen, A. S. Belkin onderscheidt acht hoofdrollen: ideeëngenerator, oppositioneel, favoriet, stekelig, excentriek, harde werker, grappenmaker, geleerde. Naar zijn mening kan het team niet "één persoon" zijn.