Het komt vaak voor dat een ouder opvliegend woorden tegen zijn kind kan zeggen waardoor hij zich gekwetst voelt. Bovendien zal wat er is gezegd zelfs schadelijk zijn voor de baby. Bovendien heeft de uitdrukking een onschadelijke betekenis, maar toch is het de moeite waard om deze niet te gebruiken.
Een voorbeeld hiervan is vragen om je met rust te laten. Er zijn veel variaties op deze uitdrukking. Wanneer een kind dergelijke uitdrukkingen vaak hoort, wordt zijn ouder-kindrelatiemodel enigszins aangepast, waardoor de rol van de baby vanuit de eerste positie wordt verdrongen.
De volgende zin is "Je bent zo …". Met deze uitdrukking plak je verschillende labels op je kind. Meestal bevatten ze bijvoeglijke naamwoorden: dom, wispelturig, lui.
Meestal vragen ouders hun kinderen om te stoppen met huilen. Zulke woorden maken de baby duidelijk dat de oorzaak van zijn aandoening en zijn gevoelens er niet toe doen. Als een kind huilt, moet hij je aandacht en zorg tonen.
Vergelijk uw kind in geen geval met andere kinderen, zelfs niet met broers en zussen. Dit gedrag kan jaloezie en negatieve reacties uitlokken.
Als je haast hebt, begin je het kind aan te sporen. En hij doet, zoals het toeval wil, alles te afgemeten. Misschien, voordat je deze traagheid niet opmerkte en het je niet irriteerde. Als de ouder de baby constant de schuld geeft dat hij alles langzaam doet, loopt hij het risico bepaalde complexen in de kruimel te ontwikkelen. Bovendien zal zijn zelfrespect eronder lijden.
Als je besluit je kind te prijzen, gebruik dan verschillende zinnen, en niet één afgezaagde. Bij veelvuldig gebruik wordt lof gedevalueerd.
Wat kan er mis zijn met het aanbieden van hulp aan uw kind? Niets als je het niet elke dag gebruikt. Anders zal het kind in eerste instantie afstemmen op falen. Hij zal er zeker van zijn dat zijn ouders alles voor hem zullen doen.
In een poging de baby te kalmeren, geven volwassenen hem de oorzaak van de hysterie. Zo maak je hem duidelijk dat hij je kan manipuleren.
"Hou je mond, kalm nu, schiet op, levendiger…" Alleen met een kind kun je jezelf zo laten praten. Het kind neemt geen aanstoot aan zulke woorden, maar eerder het tegenovergestelde. Zijn gedrag wordt recht evenredig met wat je hem vraagt. Bovendien wordt hij in de adolescentie over het algemeen gesloten en vervreemd.