Door de kleur van de ogen van een pasgeborene, is het onmogelijk om onmiddellijk te bepalen of hij op zijn moeder of zijn vader lijkt, omdat de ogen pas na verloop van tijd hun oorspronkelijke kleur krijgen. Dit komt door het feit dat het lichaam geleidelijk melanine aanmaakt en accumuleert.
instructies:
Stap 1
De kleur van de ogen van baby's kan tijdens het eerste levensjaar veranderen, soms wordt dit proces voor een langere periode uitgesteld. Opgemerkt moet worden dat pasgeborenen een zeer slecht gezichtsvermogen hebben, in eerste instantie kunnen ze alleen op licht reageren. Naarmate ze ouder worden, neemt de gezichtsscherpte toe en tegen het jaar is het ongeveer de helft van de norm van een volwassene.
Stap 2
In de eerste dagen na de geboorte moet het gezichtsvermogen van de baby worden gecontroleerd door de reactie van de pupillen op licht. Tegen de tweede levensweek kan de baby zijn blik al op een specifiek object richten. Op de leeftijd van zes maanden kan het kind onderscheid maken tussen familieleden, eenvoudige figuren en speelgoed, en in een jaar - vrij complexe afbeeldingen.
Stap 3
Huidskleur, haarkleur en oogkleur zijn afhankelijk van de aanwezigheid van een pigment dat melanine wordt genoemd. De ogen van de meeste pasgeborenen in de eerste paar maanden van hun leven zijn lichtgrijs of lichtblauw, omdat er gewoon geen melanine in hun irissen zit. Naarmate een kind zich ontwikkelt en rijpt, begint zijn lichaam melanine te produceren en te accumuleren, wat leidt tot een verandering in oogkleur, huidskleur en soms haar. Als de ogen donkerder worden, betekent dit dat er veel melanine is opgehoopt, als de ogen licht blijven en een meer uitgesproken tint krijgen (grijs, blauw of groen), betekent dit dat er weinig pigment is ontwikkeld.
Stap 4
Bij sommige kinderen verandert de oogkleur meerdere keren. Dit suggereert dat de pigmentproductie kan zijn veranderd met groei en ontwikkeling. De uiteindelijke kleur van het oog wordt verkregen wanneer het kind drie tot vier jaar oud is.
Stap 5
De hoeveelheid melanine wordt beïnvloed door erfelijkheid. De reden is de dominantie van genetische eigenschappen. Een kind ontvangt een reeks genen, niet alleen van zijn vader en moeder, maar ook van respectievelijk verre voorouders, hij heeft een uniek erfelijk fonds dat alleen van hem is. Het is dankzij dit genetische fonds dat individuele eigenschappen verschijnen en zich ontwikkelen, en de unieke kenmerken van het lichaam van het kind worden gevormd.
Stap 6
Houd er rekening mee dat donkere oogkleur een dominante genetische eigenschap is, dus als een van de ouders lichte ogen heeft en de andere bruine ogen, is de kans groot dat het kind donkere, bruine ogen heeft.
Stap 7
In sommige gevallen, bij mensen met lichte ogen, kunnen stress en ziekte veranderingen in de oogkleur veroorzaken. Blauwe, grijze of groene ogen kunnen geel en dof worden. Met bruine ogen gebeurt in de regel niets zoals dit.