Normaal gesproken bevindt de placenta zich op de achter- of voorwand van de baarmoeder met een overgang naar de zijkanten. In sommige gevallen bevindt het zich in de lagere secties en blokkeert het de toegang tot de interne keelholte. Door de verkeerde ligging van de placenta is het mogelijk dat een natuurlijke bevalling of een keizersnede moeilijk is.
Meestal zijn de oorzaken van placenta previa baarmoederpathologieën als gevolg van ontsteking, operaties, gecompliceerde bevalling. Verstoringen in de aanhechting van de placenta kunnen de gevolgen zijn van vleesbomen, isthmicocervicale insufficiëntie, endometriose, ontsteking, meerlingzwangerschappen.
Een van de belangrijkste symptomen van placenta previa zijn bloedingen uit het genitaal kanaal die optreden in verschillende perioden van de zwangerschap. In latere stadia worden ze meestal sterker door samentrekkingen van de baarmoeder. De oorzaak van bloedingen is placenta-abruptie, waardoor de foetus zuurstofgebrek kan ontwikkelen.
Lichaamsbeweging, plotselinge bewegingen, geslachtsgemeenschap, constipatie en thermische procedures kunnen bloedingen veroorzaken.
Bloeden kan hevig zijn zonder uitgesproken pijn, stoppen en weer verschijnen. Met onvolledige placenta previa kunnen ze pas in de late zwangerschap of aan het begin van de bevalling beginnen. Herhaald bloeden kan bloedarmoede veroorzaken tijdens de zwangerschap.
Placenta previa kan een miskraam, vroeggeboorte, complicaties van de bevalling veroorzaken. Zwangere vrouwen met presentatie worden gekenmerkt door gestosis, verlaging van de bloeddruk, verminderde bloedstolling, foetale hypoxie en de abnormale positie ervan.
Het is mogelijk om placenta previa te identificeren, niet alleen met behulp van echografie, maar ook tijdens een routineonderzoek van een zwangere vrouw die klaagt over bloedingen met behulp van spiegels. Als een abnormale positie van de placenta wordt gevonden, moet de migratie ervan in de loop van de tijd worden gecontroleerd. Hiervoor wordt bij 16, 24, 26 34 weken een echo gemaakt met een matige blaasvulling.
Het is onmogelijk om de migratie van de placenta op enigerlei wijze te beïnvloeden, maar in de meeste gevallen van gediagnosticeerde placenta previa in de vroege zwangerschap, wijkt deze af van de interne os met 32-34 weken.
Als er geen bloeding is, kan een zwangere vrouw met placenta previa thuis blijven en voorzorgsmaatregelen nemen: vermijd stress, stress, seksleven. Na 24 weken is controle in het ziekenhuis noodzakelijk. Bij lichte bloedingen wordt een behandeling uitgevoerd gericht op het voortzetten van de zwangerschap.
Voor de behandeling worden medicijnen gebruikt die samentrekking van de baarmoeder voorkomen, gericht op de behandeling van bloedarmoede en placenta-insufficiëntie. Met groot bloedverlies en een sterke verlaging van de bloeddruk, wordt een spoedbevalling door een keizersnede uitgevoerd. Als de zwangerschap tot 38-40 weken kan worden gedragen, zijn er geen hevige bloedingen, zijn er geen begeleidende complicaties en is de placenta gedeeltelijk aanwezig, dan is een natuurlijke bevalling met vroege opening van de foetale blaas mogelijk.